RECENSIE
DVD

1990: I Guerrieri Del Bronx / The Bronx Warriors(1982)

Met weemoed denken we wel eens terug aan het begin van de jaren 80, toen Italiaanse pulpfilms hier nog gewoon de een na de ander in de bioscoopzalen werden gedumpt. Maar hoe lang houdt de weemoed stand wanneer we de films dertig jaar later, opgepoetst of niet, op dvd terugzien?

Dit jaar regisseerde Enzo Castellari (eigenlijk Girolami) met CARRIBIAN BASTERDS  zijn 43ste film sinds 1966. En zijn eerste in bijna tien jaar. Hoe de 72-jarige pensionado opeens zo actief kwam? Dankzij Quentin Tarantino natuurlijk, die vorig jaar met INGLOURIOUS BASTERDS een vrije bewerking van Castellari’s bijna gelijknamige film uit 1978 afleverde en daarmee acht Oscarnominaties binnen-sleepte, waarvan er één (voor acteur Christoph Waltz ) werd verzilverd.

Een groot deel van Castellari’s carrière staat in het teken van het parasiteren of – om het netter te zeggen – inhaken op andermans successen, dus deze comeback moet voor de vitale bejaarde een no-brainer zijn geweest. In zekere zin heeft hij tegenwoordig ook het rijk alleen. De hoogtijdagen van de Italiaanse exploitation- en rip-off film – voor het gemak: de periode 1975-1985 – liggen generaties achter ons en de grote namen uit die tijd zijn dood (Lucio Fulci, Aristide Massaccesi alias Joe D’Amato), hebben hun werkterrein verlegd naar de televisie (Sergio Martino) of zijn lekker met pensioen (Umberto Lenzi). Volgens IMDb heeft alleen Ruggero Deodato een nieuwe film in de steigers staan: CANNIBALS, dat ongetwijfeld voortborduurt op zijn schandaalsucces uit 1980, CANNIBAL HOLOCAUST. Aangezien de commerciële  Italiaanse genrecinema grotendeels op zijn gat ligt, hebben de oude vossen van jonge honden geen concurrentie te duchten. Wat niet betekent dat de oudjes onmiddellijk op handen worden gedragen. CARRIBEAN BASTERDS (‘Nastier than A CLOCKWORK ORANGE!’) zou in augustus van dit jaar in Italië zijn uitgebracht, maar de wereld staat er vooralsnog niet van op z’n kop.

Gribus
Terug naar de jaren 80, toen de bomen voor Castellari nog tot in de hemel leken te groeien. De regisseur had zijn artistieke hoogtepunt, de spaghettiwestern KEOMA uit 1976, al een paar jaar achter de rug toen hij in 1981 zijn jaws wannabe L’ULTIMO SQUALO / THE LAST JAWS onverwacht tot een internationale hit zag uitgroeien. Castellari kreeg de smaak te pakken. Terwijl collega Fulci het pionierswerk van George Romero (DAWN OF THE DEAD) niet dunnetjes maar moddervet overdeed in ZOMBI 2 en CITY OF THE LIVING DEAD, keek Castellari de kunst af bij andere uitheemse voorbeelden als THE WARRIORS, MAD MAX en ESCAPE FROM NEW YORK. Fulci’s zombies en Castellari’s futuristische krijgers werden groot op dezelfde voedingsbodem: de angst voor een spoedige ondergang van de wereld, teweeggebracht door de (kern)wapenwedloop tussen de twee grootmachten van die dagen, de Sov-jet-Unie en de VS. Het klimaat zat dus mee en daarbij, de films kostten bijna niks.

Althans, dat is de indruk die je overhoudt aan het zien van de drie post-apocalyptische knokfilms die Castellari in 1981 en ’82 maakte, samen met producent Fabrizio De Angelis (o.a. producent van Fulci’s ZOMBI 2 en  het door Enzo’s vader Marino Girolami geregisseerde ZOMBIE HOLOCAUST). In 1990: I GUERRIERI DEL BRONX / THE BRONX WARRIORS is de wereld overigens niet getroffen door nucleair onheil, maar concentreert de afbraak van de beschaving zich vooralsnog in een sloopklaar gedeelte van de Newyorkse wijk The Bronx. Toch is juist die gribus het toevluchtsoord van de opstandige erfgename Ann, dochter van de grootste wapenfabrikant ter wereld (en gespeeld door Castellari’s dochter Stefania). In de puinhopen loopt ze Trash tegen het lijf, de aanvoerder van een stel motorduivels, de ‘Riders’, die het in de film niet alleen aan de stok hebben met de troepen van de onder één hoedje met de autoriteiten spelende wapenfabrikant, maar ook met elkaar. Castellari maakt er à la the warriors een mooi exotisch ensemble van, met in lompen gehulde holenmensen, negers in zoot suits,  tap-dansers en wit gehelmde rolschaatsers met hockeysticks. De verplichte Amerikaanse B-ster is Vic Morrow, een jaar voor zijn real life onthoofding door een helicopter op de set van TWILIGHT ZONE: THE MOVIE. Hier eindigt hij met een harpoen in zijn bast.

Bukken
In THE BRONX WARRIORS openbaart zich meteen al Castellari’s merkwaardige voorkeur voor zilverkleurige kleding en decorstukken. En laten we vooral niet de homo-erotische ondertoon vergeten. Hoofdrolspeler Mark Gregory houdt het midden tussen een glamrocker en een balletdanser, de schouders en billen ferm achteruitgestoken, wat de (non-)acteur een opvallend verwijfd loopje verschaft. In de film worden aan de lopende band figuranten afgeslacht, maar er zijn ook twee intieme sterfscènes. In de ene geeft een strijdmakker van Trash de geest, in de ander is het Ann zelf. Maar wat maakt bij de held de meeste emoties los? Juist, de dood van zijn kompaan. Zie hoe Trash hem over de wang streelt, terwijl zijn eigen wangen glimmen van de tranen. Ondertoon wordt overigens boventoon in I NUOVI BARBARI / THE NEW BARBARIANS, die Castellari in hetzelfde jaar maakte. Ditmaal is de aarde wel door een nucleaire ramp getroffen en omgeploegd tot een dor stuk braakland. Het overlevende deel van de mensheid gaat gebukt onder de terreur van de ‘Templars’, een in zilverkleurige (!) buggies rondscheurende bende. Ook de held Scorpion moet bukken, letterlijk, wanneer hij door bendeleider ‘One’, gespeeld door de 2.06 meter lange George Eastman (echte naam: Luigi Montefiori), anaal wordt gevisiteerd.

Is het de moeite waard dieper in te gaan op de homo-erotische aspecten van Castellari’s werk? Niet echt. In de twee Bronx-films lijken ze eerder toeval, oftewel een gevolg van ongelukkige keuzes in casting en kostumering. De verkrachting uit THE NEW BARBARIANS is een op zichzelf staand incident, waarschijnlijk alleen bedoeld om de kijker, die van diepe snij- en kogelwonden niet meer opkijkt, alsnog een beetje te shockeren.

Voor Tarantino mag Castellari dan een ‘maestro’ zijn, zoals de laatste enthousiast vertelt in een op THE BRONX WARRIORS meegeleverd interview,  veel meesterschap valt in zijn krijgers- en barbarenfilms niet te bekennen. Hoogstens zijn handigheid om een dubbeltje eruit te laten zien als, eh, vijftien cent. Aan explosieven en vlammenwerpers geen gebrek op Castellari’s sets, maar een regisseur die zich wil meten met George Millers MAD MAX 2: THE ROAD WARRIOR  kan niet volstaan met een handjevol auto’s dat op een in onbruik geraakte kartbaan met hooguit vijftig kilometer per uur achter elkaar aan tuft. Ook was er maar budget voor één Amerikaanse B-ster, Fred Williamson, maar die ziet er in zijn zilverkleurige kloffie en met een kekke kruisboog als signature wapen, wel uit alsof hij zo van de set van FLASH GORDON is komen aanlopen.

Vluggertjes
In een eind vorig jaar door het Britse retro-label Shameless uitgebrachte metalen box met Castellari’s post-apocalyptische trio, wordt het beste voor het laatst bewaard. In FUGA DAL BRONX / ESCAPE FROM THE BRONX keert Mark Gregory terug, iets beter acterend dan in het voorgaande deel. De film mag op IMDb niet verder komen dan een waardering van 2.5, hij is gelikter geregisseerd dan zijn voorgangers, kent meer actie en laat de altijd bezienswaardige Henry Silva opdraven als leider van het ‘disinfestation annihilation squad’ dat de Newyorkse achterbuurt opnieuw van het geteisem moet zuiveren. ‘The moral part is not my sector’, rechtvaardigt de kille huurmoordenaar zijn niets en niemand ontziende methodes. Natuurlijk legt de boef het af tegen Gregory’s glamrockende ballet-danser, in een overigens wat minder geïnspireerde climax dan die van deel één. Silva ontploft gewoon, samen met het (jawel) zilverkleurige busje waarmee hij zich uit de voeten probeerde te maken.

Hoe verknocht we bij Schokkend Nieuws ook zijn aan onze pulpklassiekers, je kunt moeilijk volhouden dat Castellari’s low-budget vluggertjes de tand des tijds glansrijk hebben doorstaan. Als aandenken aan een inmiddels weggevaagde tak van de Italiaanse filmindustrie hebben ze hun waarde. En de aanblik van een New York van vóór de grote schoonmaak stemt bijna nostalgisch. Maar verder is er weinig reden tot juichen, laat staan herwaardering.

Voor Castellari zelf is de tijd, getuige de trailer voor CARRIBIAN BASTERDS, stil blijven staan. Gebleven zijn de anoniem ogende acteurs met fake klinkende Engelse namen (Vik C. Ryan?), gratuite zoom-bewegingen en buitelingen in slow-motion. ‘Nastier than a CLOCKWORK ORANGE’? Je ziet de doelgroep van tieners en twintigers al denken. A clockwork what?

EXTRA’S ***

Copyright Phil van Tongeren. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #88, winter 2010.

1 december 2010
  • Titel
    1990: The Bronx Warriors
  • Lengte
    89 minuten
  • Regie
    Enzo G. Castellari
  • Scenario
    Dardano Sacchetti, Elisa Briganti, Enzo G. Castellari
  • Cast
    Mark Gregory, Fred Williamson, Vic Morrow
  • Taal
    English, Italian
  • Land
    Italy
  • Trailer
Meer Sci-FiMeer Thriller
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.