RECENSIE

Equinox(2020)

Iedere dvd-verzamelaar weet dat de mooi­ste edities worden uitgegeven door het Amerikaanse label Criterion. Elke titel biedt een smetteloze nieuwe kopie met tot in de puntjes verzorgde extra’s en de fondslijst laat zich lezen als een lijst van Beste Films Aller Tijden, waarin oeu­vres van grootheden als Kurosawa, Bergman en Fellini ruim vertegenwoordigd zijn. Maar tot vreugde van genrefans wijken de Criterion-programmeurs af en toe flink af van de met filmkunst geplavijde paden, wat prachtige uitgaven oplevert van pulpparels als BLOOD FOR DRACULA, FLESH FOR FRANKENSTEIN en THE BLOB. En nu is er EQUINOX.

Wie niets weet van de achtergrond van EQUINOX zal bij een eerste aanblik onwillekeurig naar de portemonnee grijpen: betaalde ik híer die pittige prijs voor? Het verhaal is ambitieus, maar blijft dun: een viertal opgeschoten pubers raakt tijdens een picknick verzeild in een interdimensionale strijd om een mysterieus boek vol bezweringen en moet het opnemen tegen demonen van diverse pluimage. Krukkig acteerwerk en een rammelende plot voeren de boventoon en die enkele stop-motion animaties en matte paintings redden deze productie niet? Of wel soms?

Wat EQUINOX bijzonder maakt, zijn de latere carrières van zijn makers. Het curieuze werkje, deels opgenomen in de achtertuin van oorspronkelijk regisseur Muren en grotendeels bekostigd door diens opa, is weliswaar het probeersel van een stel studenten, maar de mannen achter de camera groeiden op tot effecten-experts die een belangrijk stempel drukten op de fantastische film van de jaren zeventig tot nu.

Regisseur/producent Dennis Muren maak­te kort na EQUINOX de overstap van traditionele naar computereffecten en klom snel op tot visual effects supervi­sor bij George Lucas’ ILM, waar hij in die hoedanigheid verantwoordelijk was voor o.a. de STAR WARS films, CLOSE ENCOUNTERS OF THE THIRD KIND, THE ABYSS, TERMINATOR 2 en JURASSIC PARK. Zijn vriend David Allen schopte het minder ver, maar koos dan ook bewust voor kleinere producties, meer artistieke vrijheid én hield vast aan de door hem zo geliefde stop-motion-techniek. Veel van zijn bezienswaardige animaties zijn daardoor verstopt in onooglijke producties van direct-to-ramsj-producent Charles Band (LASERBLAST, PUPPET MASTER, SUBSPECIES), hoewel hij toch ook de effecten verzorgde voor WHEN DINOSAURS RULED THE EARTH, THE HOWLING en HONEY, I SHRUNK THE KIDS. Jim Danforth tenslotte verdiende met zijn werk voor THE 7 FACES OF DR. LAO een Oscarnominatie en maakte na EQUINOX matte paintings voor o.a. CONAN THE BARBARIANTHE THING en THE PROPHECY.

Zelfs in het geval van makers met zulke antecedenten blijft de vraag gerechtvaardigd of hun jeugdwerk wel een red carpet-behandeling van Criterion waard is. Het label stelt echter zelden teleur en ook ditmaal wisten de samenstellers prachtige extra’s bijeen te sprokkelen. De ‘hoofdfilm’ wordt gepresenteerd in de vorm waarin hij in 1970 in de VS de bioscopen inging. Toen small time producent Jack H. Harris de oerversie van de film onder ogen kreeg, zag hij wel geld in de stop-motion-animaties, maar hij was niet gerust op het commercieel potentieel van de film als geheel. Hij herschreef het scenario en liet de nieuwe regisseur Jack Woods extra scènes draaien. Vanzelfsprekend schuwde hij beproefde exploitation-strategieën niet. Famous Mon­sters’ Forrest J. Ackerman, des­tijds een soort peetvader van het project, hierover in een video-introductie bij de film: ‘He added sex and, in the trailer, a question mark to the title!’ Een titel overigens die nergens op sloeg, maar die de makers zelf lekker mys­terieus vonden klinken: ‘It’s got a Q ánd an X!’. Als primeur biedt de Criterion-editie naast deze versie ook het onverknipte origineel. Je moet het Harris nageven, THE EQUINOX… A JOURNEY INTO THE SUPERNATURAL (1967) is inderdaad veel saaier en rechtlijniger dan de bioscooprelease, maar dankzij het audio­commentaar van Muren, Danforth en oorspronkelijk scenarist Mark McGee kunnen ambitieuze amateurfilmers zich geen fraaier lesmateriaal wensen.

Opvallend is dat de makers Don Siegels INVASION OF THE BODY SNATCHERS (1956) als belangrijkste inspiratiebron noemen, terwijl elementen als het duivelse boek en demonen uit een paralelle wereld zo duidelijk aan het werk van H.P. Lovecraft lijken ontleend. Het commentaar bij de redux, door Harris en Woods, is nogal saai en afwisselend zelfingenomen en geringschattend. Van de overige extra’s zijn vooral David Allens Volkswagen-commercial (met King Kong in de hoofdrol) en de korte film ZORGON: THE H-BOMB BEAST FROM HELL (1970) het bekijken waard.

Ook al laat het onverlet dat deze EQUINOX-dvd bestaat bij gratie van de latere glorie van zijn jeugdige makers, het is mooi zo’n marginale film zo uitputtende manier behandeld te zien worden. Filmmakers in spé kunnen er hun hart aan ophalen, genreliefhebbers leren meer over de jeugdjaren van hun coryfeeën en de liefhebber van nouvelle vague of neorealisme, die per ongeluk een zijstapje maakte in het assortiment van zijn hofleverancier, zal zich op de bol krabben. Da’s ook wat waard.

Extra’s ****

Copyright Bart Oosterhoorn. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in SN#73,  voorjaar 2007.

1 april 2007
  • Titel
    Equinox
  • Lengte
    2 minuten
  • Scenario
    Tea Lindeburg
  • Cast
    Danica Curcic, Lars Brygmann, Karoline Hamm
  • Taal
    Danish
  • Land
    Denmark
  • Trailer
Meer Fantasy
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.