gravity
gravity
INTERVIEW

Testing: David Kirby

gravityIMAGINE 2014 | In het kader van het Fantastic Science-programma deed David Kirby tijdens Imagine een boekje open over de samenwerking tussen filmmakers en wetenschappers. De aan de universiteit van Manchester verbonden wetenschapper schreef er uitgebreid over in Lab Coats in Hollywood: Science, Scientists and Cinema.

U stelt in Lab Coats dat wetenschappelijke adviseurs in Hollywood op vrijwel alle vakgebieden actief zijn. Da’s een flinke vinger in de pap!
‘Geloofwaardigheid wordt steeds belangrijker voor filmmakers. Het publiek voelt feilloos aan of iets plausibel is. Neem een film als THE CORE (2004), waarin wetenschappers ontdekken dat de kern van de aarde zal stoppen met draaien, met alle gevolgen van dien. Hoewel deze rampenfilm vergelijkbaar is met films als DEEP IMPACT (1998), TWISTER (1996) en DANTE’S PEAK (1997), doorzag het publiek meteen dat THE CORE nonsens is. De film flopte prompt.’

Hoe lang zijn wetenschappers al betrokken bij filmproducties in het fantastische genre?
‘Wetenschappers stonden zelfs aan de wieg van de cinema! Eadweard Muybridge projecteerde met zijn zoopraxiscoop voor het eerst nageschilderde foto’s als bewegend beeld. De Franse fysioloog Étienne-Jules Marey kon middels chronofotografie beweging zichtbaar maken. In de vroege jaren van de cinema draaide alles om spektakel, wat bereikt werd door filmtechnieken te mixen met wetenschappelijke vindingen als röntgen en de microscoop. Wetenschappelijke kennis werd ook ingezet voor het verhaal. Al in 1922 werd in het persmateriaal van A BLIND BARGAIN (1922, over een klassieke ‘mad scientist’ – MN) expliciet vermeld dat men wetenschappers in de arm genomen had om de film zo realistisch mogelijk te maken. Incidentele samenwerkingen waren er dus al vroeg.’

Wanneer werd werken met wetenschappelijke adviseurs gemeengoed?
‘Na 1993, de release van JURASSIC PARK. Die film was succesvol vanwege zijn fotorealistische beeld van dinosauriërs en de tentoongestelde kennis. Spielberg werkte nauw samen met wetenschappers en dat wierp zijn vruchten af. Daarna werd het normaal. Filmmakers willen immers intelligente films afleveren, zelfs als het een superheldenfilm betreft. CAPTAIN AMERICA, IRON MAN, THE AMAZING SIPER-MAN; aan al die films waren specialisten verbonden om het verhaal wetenschappelijk plausibel te maken – binnen de logica van die niet-realistische verhalen uiteraard.’

Toch ontdekken andere wetenschappers en bloggers nog regelmatig fouten. Erg?
‘Nee hoor, er is niets mis met free publicity. Neem GRAVITY (2013). Men vond inderdaad foutjes, maar over het algemeen was men juist positief. Je wilt wel situaties vermijden zoals bij PROMETHEUS (2012), waar de makers de wetenschappelijke adviezen negeerden en een bioloog met een stok in een alien lieten prikken… Dat werd online afgestraft door wetenschappers én bij de kassa.’

Hoe komt Hollywood aan de ‘juiste’ wetenschappers?
‘Onder de National Academy of Sciences valt een werkgroep genaamd The Science & Entertainment Exchange. Daar worden wetenschappers gekoppeld aan film- en televisiemakers. Deze adviseurs weten hoe een film tot stand komt en beseffen dat hun kennis het verhaal moet dienen – niet andersom. Een wetenschappelijke correcte, maar geflopte film is nooit het streven.’

Voor wie is zo’n samenwerkingsverband eigenlijk het belangrijkst?
‘Beide partijen plukken er de vruchten van. Hollywood heeft er baat bij dat het publiek de film indrukwekkend en geloofwaardig vindt. Wetenschappers hebben ook zo hun motieven; positieve invloed uitoefenen op het imago van hun vakgebied, bijvoorbeeld. JURASSIC PARK was als film een succes, maar stelde genetische technologie in een negatief daglicht. Dat proberen wetenschappers sindsdien te voorkomen. Een goed voorbeeld is de samenwerking tussen de makers van TWISTER en The National Severe Storms Laboratory (NSSL). Toen de NSSL het eerste script onder ogen kregen, bleken zij daarin de vet gefinancierde bad guy’s te zijn. In werkelijkheid hing hun kantoor met plakband aan elkaar. Het laatste wat ze dus wilden was de indruk wekken dat ze geen financiering konden gebruiken. Uiteindelijk werd dat beeld – in ruil voor hun kennis – in de film gewijzigd. Om die reden is ook ruimtevaartagentschap NASA vaak betrokken bij filmproducties. Niet als geldschieter, maar als kennisleverancier. Iedereen in Hollywood wil hun stempel van goedkeuring. Andersom kan de NASA zo zijn bestaan rechtvaardigen bij het grote publiek.’

Krijgen wij dan wel een goed beeld van hun werkzaamheden?
‘Tja, je zou denken dat NASA in ’t bezit is van state of the art materiaal en bakken met geld, gezien hun succes in diverse films. In realiteit hebben ze het financieel juist moeilijk. Een ander voorbeeld is Centers for Disease Control and Prevention, dat als adviseur bij de virusrampenfilm CONTAGION (2011) betrokken was. Ze waren de held in de film, maar de vraag is of ze in het echt alles kunnen waarmaken wat ze daar laten zien. De verwachtingen van kijkers liggen nu enorm hoog.’

Uit wiens koker komen al die geweldige gadgets die we in futuristische films voorbij zien komen?
‘Ik noem dat pre product placement: technologieën waarmee personages in de film werken en die de kijkers vervolgens willen hebben – bepaalde touch screens bijvoorbeeld. Het stimuleert een behoefte voor iets dat nog niet bestaat. Een mooi voorbeeld daarvan is de gestural interface die John Underkoffler ontwierp voor MINORITY REPORT (2002). Na de release van de film kreeg Underkoffler prompt telefoontjes van bedrijven die wilden dat hij deze interface voor hen ontwikkelde. Dat heeft hij uiteindelijk gedaan voor het Amerikaanse leger.’

Worden de toeschouwers van al die wetenschappelijke invloed eigenlijk wijzer?
‘Zeker, maar soms krijgen ze wel een stereotiep beeld van de wetenschappelijke wereld. Wetenschap ís niet honderd procent zeker en is juíst erg creatief. En wetenschappelijk onderzoek vindt ook niet plaats binnen een timeslot van 42 minuten. In Engeland hoorde ik laatst een geestig verhaal over een forensisch rechercheur die na het verschijnen van CSI opeens óók in speciale pakken moest gaan lopen. Hij kreeg zoveel klachten van burgers over het “vervuilen van het plaats delict”, dat inmiddels zijn hele team er nu uitziet zoals in die televisieseries!’

© Maricke Nieuwdorp
12 april 2014

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!