U wist al dat de produktiekosten rond de 200 miljoen dollar beliepen en dat hoofdrolspeler Kevin Costner regisseur Kevin Reynolds uit de montagekamer zette. U kent inmiddels ook alle onheilszwangere woordspelingen op de titel: van Fishtar, via Waterloo tot Kevin’s Gate. De frappante gelijkenis van de film met de MAD MAX-serie is u tot in details uitgespeld. U weet alles van WATERWORLD wat er maar te weten valt, zonder de film zelf gezien te hebben. U verwacht, kortom, een ramp van kolossale afmetingen
Maar dat valt dus alles mee. WATERWORLD is een actiefilm voor het hele gezin; weliswaar voorzien van een onsamenhangend scenario boordevol clichés, maar desondanks een lust voor het oog en bij vlagen behoorlijk spannend. Jammer is alleen dat de Kevins hun kruit al redelijk vroeg in de film verschieten met een spectaculaire aanval van een peloton waterscooters op een kunstmatig eiland. Wat daarna komt, moet meestal worden opgelapt met af en toe slordige trucages, zoals miniatuur-opnamen uit de Godzilla-school (een zinkende mammoettanker) en achtergrondprojectie die eerder thuishoort in een Jules Verne-verfilming uit de jaren ’60 dan in zo’n peperduur aktie-vehikel uit de jaren ’90.
Wat eerdergenoemde clichés betreft, stoorde ik me nogal aan de beproefde scenario-truc om de norse held op te zadelen met een schattig klein meisje, zodat diens ‘betere ik’ in de loop van de film toch de overhand krijgt. Onvermijdelijk bleek ook dat het mythische ‘dry land’ waarover de hele film lang vol verlangen gesproken wordt, aan het slot daadwerkelijk bereikt wordt. De film flakkert dan nog wat zwakjes na als de spreekwoordelijke nachtkaars, waarna Costner in klassieke western-stijl weer het ruime sop kiest, gedoemd om tot in lengte van dagen in zijn eentje de zeven zeeën te bevaren. Of dat tot een tweede WATERWORLD zal leiden is, gezien het moeizame tot stand komen van deel 1, maar zeer de vraag.
Copyright Steef de Koning. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #20, augustus/september 1995.
