RECENSIE
Bioscoop

A.I.: Artificial Intelligence(2001)

Tegenvallende recettes en sterk verdeelde kritieken: Steven Spielberg lijkt met A.I.: ARTIFICIAL INTELLIGENCE een zuivere Stanley Kubrick te hebben gemaakt.

Alleen zullen we een jaar of tien moeten wachten om te zien in hoeverre A.I. in de traditie van 2001: A SPACE ODYSSEY en THE SHINING past. Dat was immers de periode waarna bij Kubricks films de herwaardering intrad. Feit is dat Spielberg met A.I. veel hooi op zijn vork heeft genomen, en de eerste indruk is: iets teveel. Een toekomstsprookje vol bijbelse verwijzingen en filosofische bespiegelingen; daar had zelfs superintellectueel Kubrick zijn handen vol aan gehad. Maar temidden van het huidige aanbod is het tenminste een film waar nog lang over nagepraat zal worden. Kom daar maar eens om bij PLANET OF THE APES.

Er bestaan verschillende theorieën waarom Kubrick de regie van zijn lang gekoesterde A.I.-project doorschoof naar Spielberg. De meest plausibele lijkt me dat Kubrick zo lang aan de film zou hebben gewerkt, dat een jonge hoofdrolspeler gaandeweg te sterk zou zijn veranderd. Als je bedenkt hoeveel tijd er al in het veel eenvoudiger EYES WIDE SHUT ging zitten, besef je dat A.I. met zijn indrukwekkende sets en zijn tijdssprongen voor Kubrick een eindeloos voortslepende kwestie zou zijn geworden. Spielberg is niet de meest logische vervanger. Een geboren optimist, waar Kubrick cynicus was, en een crowd pleaser waar Kubrick vooral zijn eigen eenzame weg ging. Toch is Spielberg enorm gegroeid sinds zijn E.T.-jaren. Hij heeft een grote bewondering voor Kubricks werk, maar ook de kwaliteiten en status om de film naar zich toe te trekken. Daarbij is Spielberg, om het simpel te zeggen, ‘goed met kinderen’ en weet hij als geen ander sympathie voor zijn personages te wekken, geen onbelangrijke details hier. A.I. is dan ook onmiskenbaar Spielberg, maar Kubricks blauwdruk heeft de film een gelaagdheid gegeven die hem uniek maakt in het oeuvre van de succesregisseur.

Spielberg heeft zichtbaar moeite gedaan om A.I. stilistisch in de geest van Kubrick te maken. De openingsscènes ademen de economische verteltrant van de meester. Een voice over vertelt onder beelden van de oceaan hoe in de 21ste eeuw de poolkappen zijn gesmolten. Er is zoveel land overstroomd, dat kinderen een luxeproduct zijn dat niet ongelimiteerd kan worden genoten. Menselijke robots, mecha’s, nemen veel taken over. Osment speelt David, een robotkind met de unieke eigenschap dat hij het concept liefde begrijpt. Als proef wordt hij ondergebracht bij een ouderpaar (O’Connor en Robards) waarvan de zieke zoon (Thomas) ligt ingevroren in afwachting van genezing. Osment is een beetje een eng jongetje, maar dat maakt hem wel zo geschikt voor deze rol. Als hij vol verbazing vanaf de bodem van een zwembad naar boven kijkt, of zijn niet functionerend spijsverteringskanaal probeert vol te stoppen met spinazie, is hij een volmaakte overtreffende trap van een Tamagochi. De film laat zijn tanden zien als de zoon des huizes min of meer genezen terugkeert, en David plots ophoudt enig kind te zijn. Net als de robotbeer Teddy (de eigenlijke hoofdrolspeler in het verhaal van Brian Aldiss waar Kubrick zich op baseerde) wordt David gedegradeerd tot een stuk speelgoed met een snel verlopende houdbaarheidsdatum. Spielberg, die zelf het scenario schreef, introduceert hier het drama van het mecha-kind: eeuwig jong blijven, terwijl de ouders zullen sterven.

De tweede fase van A.I. markeert een stijlbreuk, niet ongewoon voor een Kubrick-film. David wordt verstoten en leert de boze buitenwereld kennen, waar mecha’s opgejaagd wild zijn en tot schroot worden verwerkt in pretparken. Samen met een mechanische gigolo (Law) gaat David op zoek naar zijn schepper (Hurt) die van hem een echt kind moet maken. Pas dan zal zijn moeder weer van hem houden. Het overheersende thema is hier het Pinokkio-verhaal. Zodra een levenloos voorwerp bewustzijn krijgt, zal het verlangen naar echt leven. BLADE RUNNER werd daar in zijn geheel aan gewijd, hier is het één van meerdere thema’s. De verbreding leidt ertoe dat de film zijn focus kwijtraakt. De scènes zijn afwisselend knullig (het ronselen van de mecha’s) en indringend (het pretpark), maar beklijven minder dan de sterke eerste helft. Is het omdat we diep in ons hart weten dat Osment geen kind is, maar een veredeld stuk plastic dat op de schroothoop thuishoort?

Een bezoek aan de plezierstad Rouge City heeft de art direction handenvol werk bezorgd, maar is uiteindelijk niet meer dan een peperduur opstapje naar de hereniging van Osment met zijn schepper. Vanaf dat moment transformeert A.I. voor de tweede keer, ditmaal tot een SPACE ODYSSEY voor onze tijd. De finale is filosofisch en spraakmakend, maar wordt ontsierd door lelijke cgi en een schijnbaar zoetsappige climax. Het is niet zozeer dat Spielberg aan het eind een knieval voor de commercie maakt. Vermoedelijk kon hij het niet over zijn hart verkrijgen zijn held aan zijn lot over te laten. Het bevestigt een schizofreen beeld, alsof film en maker niet bij elkaar horen.

Bovenstaand kijkverslag is gebaseerd op één bezoek. Best mogelijk dat A.I. een tweede keer minder fragmentarisch overkomt. Maar wat er ook op aan te merken is, beter één Spielberg-A.I. op het scherm dan tien nooit gedraaide Kubricks in een archiefkast.

Copyright Mark van den Tempel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in Schokkend Nieuws #52, september/november 2001.

© Mark van den Tempel
1 september 2001
  • Titel
    A.I. Artificial Intelligence
  • Lengte
    146 minuten
  • Regie
    Steven Spielberg
  • Scenario
    Brian Aldiss, Ian Watson, Steven Spielberg
  • Cast
    Haley Joel Osment, Jude Law, Frances O'Connor
  • Taal
    English
  • Land
    United States, United Kingdom
  • Trailer
Meer Sci-Fi
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.