Request failed. HTTP CODE: 0
RECENSIE
VHS

May(2002)

Een mens herken je aan zijn vrienden. Neem nu dierenverpleegster May in Lucky McKee’s gelijknamige debuut, dat het behoorlijk goed deed tijdens de laatste editie van het Festival van de Fantastische Film Amsterdam.

May is een ielige, excentrieke, sociaal onhandige maar in die onhandigheid ook weer charmante jonge vrouw met lui oog, die haar vrije tijd vult met het naaien van lappenjurkjes. Ze komt nauwelijks buiten de muren van de kliniek en haar muisstille, verduisterde appartement, omdat ze niet anders kan en omdat ze (nog) niet anders durft. Voor anderen is in dit eenzame leven geen plaats; een dertig centimeter lange pop past nog net. Maar die heeft ze dan ook al haar hele leven. Van haar moeder gekregen, omdat wie geen vriend kan vinden er maar één moet maken. Suzie heet dat denkbeeldige vriendinnetje van porselein. Een keurig gekleed meisjesmonster met lange rode haren en priemende blauwe ogen, dat nooit voor een knuffel uit haar glazen kist mag worden gehaald. Te kwetsbaar, te breekbaar. En wellicht ook te gevaarlijk.

Natuurlijk komen er vroeg of laat barsten in dat glas en natuurlijk gaat het dan helemaal mis met May. De film biedt wat dat betreft weinig hoop door te openen met vooruitwijzende beelden van de effectief-smerige, gitzwarte finale. En geen shot van het appartement of onheilzaaister Suzie is erin aanwezig. Vaag op de achtergrond terwijl May aan het naaien is, als wit gezicht dat door het donker prikt, of juist heel dichtbij, zodat je haar boosaardig gefluister kunt horen. Goed opletten of ze niet stiekem beweegt. En of ze nu niet veel gemener kijkt dan zojuist.

Maar die pop kan kijken hoe ze wil, May is een underdog – uitgelachen, misbruikt of genegeerd door de buitenwereld – en heeft als zodanig de sympathie van de toeschouwer snel verdiend. Ondanks alle dreiging wil je graag geloven dat het toch op een happy end zal uitlopen wanneer ze haar isolement te lijf gaat met corrigerende contactlenzen, een fris kapsel en een uitdagende blouse. Het degelijke scenario en Angela Bettis’ sterke vertolking helpen daarbij door May aanvankelijk als een verlegen paradijsvogel neer te zetten, in plaats van de gevaarlijke freak die ze eigenlijk is. Elke vreemde trek, van het spelen met poppen tot de fascinatie voor afzonderlijke lichaamsdelen, heeft in het begin nog iets kinderlijks en onschuldigs, zelfs iets onbedorvens. Je zou wensen dat je net als May zomaar door de handen van een vreemde betoverd kon worden. En dat je dan ook naar die persoon zou durven sluipen wanneer je hem of haar slapend aan een cafétafeltje aantreft, om je wang in de uitgestoken hand te leggen. Het is misschien wel gek dat May dat doet, maar het is vooral ook erg mooi. Mooi hoe ze haar ogen dicht doet en gelukzalig glimlacht. Je hoort haar haast spinnen.

Op zulke momenten is MAY mijlenver verwijderd van zijn gruwelijke uitgangspunt, en eigenlijk ook op zijn best: geen splatterfestijn, maar een lieve tragikomedie in de beste traditie van de Amerikaanse onafhankelijke cinema. Compleet met luchtige garagerock op de soundtrack, wasserettes en stadsparken als bescheiden lokaties en allerlei zijlijntjes naar andere onaangepaste types. De moeizame toenadering tussen May en haar prins-met-de-mooie-handen – want zover schopt May het wel – is door McKee simpel en ingetogen in beeld gebracht en daardoor des te ontroerender. En dat deze prins, een Argento-fan met esthetische belangstelling voor kannibalisme, niet met May’s onbeholpen gedrag om kan gaan, was ook zonder gehak en gezaag pijnlijk genoeg geweest.

Maar ja, die pop blijft je maar aanstaren vanuit haar donkere nis en dwingt zo de film steeds terug in de horrorhoek. Dus verandert May’s appartement van teleurstelling op teleurstelling in een stinkend hol van verderf en verval, en May zelf in een koelbloedige psychoot met gotisch sluik haar en gotische wallen onder haar ogen. Én natuurlijk draagt ze een zelfgenaaide gotische jurk. Erg effectief, erg spannend, maar teleurstellend tweedimensionaal. Hoogste tijd voor een bloederig bezoek aan al die zogenaamde vrienden, want, zo herinnert May zich, wie geen vrienden vindt moet er zelf maar één maken. Laat ze nou net de toeschouwer, de enige vriend die haar anderhalf uur is trouw gebleven, met al dat kubistisch snijwerk verliezen.

Copyright Kevin Toma. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #59, zomer 2003.

© Kevin Toma
1 juli 2003
Meer Horror
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.