Golan
Golan
Nieuws
9 augustus 2014

I.M. Menahem Golan

GolanR.I.P. | Voor wie in de jaren tachtig behept was met slechte smaak, schiep Cannon Films een paradijs waarin ninja’s, breakdancers en Chuck Norris de dienst uitmaakten. Het ‘artistieke’ meesterbrein van het bedrijf was de Israëliër Menaham Golan. Gisteren overleed de B-filmmogul op 85-jarige leeftijd.

In Mark Hartleys recente documentaire ELECTRIC BOOGALOO: THE WILD, UNTOLD STORY OF CANNON FILMS lepelt acteur Richard Chamberlain een anekdote op over de casting van de Indiana Jones-rip-off KING SOLOMON’S MINES (1985). Dat Sharon Stone tot Chamberlains tegenspeelster werd uitverkoren, berustte op een misverstand. Golan had gevraagd om ’that Stone woman’, waarmee hij doelde op Kathleen Turner, hoofdrolspeelster uit ROMANCING THE STONE. Geestig. Zoals je er ook graag bij zou zijn geweest toen de producent een nieuw project pitchte bij Clyde… de orang-oetan uit de Clint Eastwood-komedie EVERY WICH WAY BUT LOOSE. Minder vermakelijk is dan weer de aan Golan toegeschreven uitspraak na het zien van de Nederlandse gangsterfilm WILDSCHUT (1985): “Good movie, but the nigger should die.” Actrice Shelly Winters zegt in Hartleys documentaire over Golan en diens zakenpartner (en neef) Yoram Globus: “Ze waren als die oude Hollywood-schurken. We hadden de pest aan ze, maar ze hielden wel van film.”

Golan, geboren in een destijds Palestijns gedeelte van Israël, dient eind jaren veertig bij de luchtmacht. In het decennium dat erop volgt zet hij in op een carrière in het theater, maar begin jaren zestig vinden we hem terug in de VS waar hij zich bekwaamt in de nuts and bolts van de low-budgetfilmerij. En waar kan je in die tijd beter terecht dan bij King of the B’s Roger Corman? Volgens IMDb is Golan in drie verschillende functies werkzaam bij diens THE YOUNG RACERS (1963), waaronder als assistent-regisseur. Met de opgedane kennis keert hij terug naar Israël, waar hij een respectabele staat van dienst opbouwt als theater- én filmregisseur. De oprichting, samen met Globus, van Golan-Globus Productions luidt een nieuw tijdperk in. Het duo richt zich op de internationale markt, vanaf 1979 onder de naam Cannon Films. En dan wordt het voor de Schokkend Nieuws-lezer pas écht interessant.

Goed beschouwd vormt een groot deel van de Cannon-output een zuivere afspiegeling van de Reagan-jaren (1981-89). Op een handvol artistiek geslaagde buitenbeentjes na (RUNAWAY TRAIN, BARFLY), zijn het de spierballen en vuurkracht van actiehelden die de toon zetten. De ultra-conservatieve Chuck Norris is Cannons paradepaardje. In MISSING IN ACTION (1984) gaat hij als veteraan verhaal halen bij de Noord-Vietnamezen. In INVASION U.S.A. (1985) ramt hij Sovjet-tuig het land uit. In THE DELTA FORCE (1986) rekent hij, samen met Lee Marvin, genadeloos af met Libanese terroristen. Maar ook Sylvester Stallone, Jean-Claude Van Damme en Michael Dudikoff bekleden prominente posities in het Cannon-universum. Zestiger Charles Bronson vindt er een nieuw tehuis dat hem regelmatig van vehikels voorziet, waaronder vier DEATH WISH-sequels.

Maar hoewel de associatie met militair machtsvertoon zich bij de naam Cannon als eerste opdringt, slaat de firma zijn tentakels ook uit naar andere richtingen van het genrefilmspectrum. Melige tienerkomedies als HOT RESORT (1985) naast breakdancepulp als BREAKIN’ (1984). Een eindeloze reeks ninja-films met Dudikoff naast erotisch werk starring Bo Derek en Sylvia Kristel. Italo-trash als HERCULES (1983) en THE BARBARIANS (1987) naast het Tobe Hooper-trio LIFEFORCE (1985), INVADERS FROM MARS (1986) en THE TEXAS CHAINSAW MASSACRE 2 (1986). Golan en Globus weten van geen ophouden en kennen geen maat – behalve een financiële dan.

In 1989 stapt Golan uit Cannon om met 21st Century Film Corporation een weinig succesvolle doorstart te maken. Voor de horrorliefhebbers: aan Golans nieuwe speeltje hebben we de remake van NIGHT OF THE LIVING DEAD (1990) te danken. Zijn plan voor een reeks verfilmingen van Marvel-striphelden blijft steken bij CAPTAIN AMERICA uit datzelfde jaar. De rechten op Spider-Man verspeelt hij aan Sony. In 1993 houdt Cannon op te bestaan. Nadat 21st Century in 1996 failliet is gegaan, keert Golan in 2001 terug naar Israël, waar hij met New Cannon Inc. verloren terrein probeert te heroveren. De release van zijn meest ambitieuze project, de verfilming van Dostojevski’s CRIME AND PUNISHMENT (2002), blijft ondanks rollen van Crispin Glover, Vanessa Redgrave en John Hurt, beperkt tot Zuid- en Oost-Europa. Golans rol in de mondiale filmindustrie is definitief uitgespeeld.

Cannons jaren-tachtigpulp staat in de nostalgische canon (met excuus voor de onbedoelde woordspeling) inmiddels op gelijk niveau met de kitsch van het Duitse synthi-duo Modern Talking. We kijken er met aan vertedering grenzende gêne op terug. En constateren met enige weemoed dat het type schurk-met-een-filmhart waarvan Shelley Winters sprak, en waarvan Menahem Golan drie decennia terug de ultieme belichaming vormde, niet meer bestaat. Trouwens, dat wij niet de enigen zijn die Cannons guilty pleasures een warm hart toedragen, bewijst behalve eerdergenoemde hommage van Mark Hartley, ook de eveneens dit jaar verschenen documentaire THE GO-GO BOYS: THE INSIDE STORY OF CANNON FILMS.

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!