Nieuws
23 januari 2004

Het grote ontwaken

Vandaag opent de 33ste editie van het Rotterdamse filmfestival met de 27ste Japanse film waarin de blinde masseur annex zwaardvechter ZATOICHI centraal staat. Regisseur en hoofdrolspeler Takeshi Kitano laat weten dat we niet teveel achter zijn bijdrage aan Zatoichi’s lange loopbaan moeten zoeken: ‘In ZATOICHI, what you see is what you get’, aldus Kitano in de festivalcatalogus. Wat we zien en krijgen is een bijzonder amusante en swingende bijdrage aan een legendarische filmserie die vanaf de start in 1962 tien jaar succesvol stand hield, vervolgens vijf jaar op de televisie werd voortgezet en nu dus terugkeert. Die lange voorgeschiedenis maakt nieuwsgierig naar het werk van hen die Kitano voorgingen. Nu kent het festival een programmasectie waarin oude parels onder de noemer Cinema Regained opnieuw mogen glanzen, maar daarin schittert de Japanse masseur door afwezigheid. Dat wekt enige bevreemding.

Het festival heeft een uitstekende reputatie waar het de vertoning van oude Japanse genrefilms betreft, en in zijn laatste jaar als directeur komt Simon Field uit de kast als een cinefiel die zich alsnog tot de geneugten van de genrefilm heeft bekeerd. Hij staat daarin niet alleen: meerdere zelfverklaarde kunstfilmliefhebbers hebben de kunstmatige scheiding tussen hoge en lage cultuuruitingen de laatste jaren tot een gepasseerd station verklaard. Filmwetenschappers die zich dertig jaar blindstaarden op het werk van pakweg Antonioni roemen de genrefilm nu als een vitaal domein waarin regisseurs hun experimenteerdrift naar hartenlust kunnen botvieren. Het grote ontwaken valt samen met de komst van een lange reeks genrefilms waarin oude thema’s een nieuwe draai krijgen, van een nieuwe TEXAS CHAINSAW MASSACRE tot de nieuwe ZATOICHI en van herkauwende zombiefilms als 28 DAYS LATER en de remake van DAWN OF THE DEAD tot KILL BILL regeert de herinterpretatie van beproefde thema’s het vitale domein. Met zijn radicale stijlopvatting en ongebruikelijke combinaties van invloeden maakt het enerverende eerste deel van Quentin Tarantino’s tweeluik tot op heden de meeste indruk, maar het aan de vergetelheid ontrukken van diens invloeden is er in Rotterdam niet bij. Ook dat is een gemiste kans.

Gezien de hijgerige tamtam rond de wereldpremière van de nieuwe film van Catherine Breillat was een vertoning van de door Tarantino geciteerde Zweedse schandaalfilm THRILLER – EN GRYM FILM (THEY CALL HER ONE-EYE) een goed begin geweest, al was het maar om duidelijk te maken dat onverschrokken genrefilmers het pornotaboe al vijfentwintig jaar geleden slechtten. ‘Zonder met de ogen te knipperen gaat Breillat tot het gaatje’, dreigt de programmakrant van het festival. Intussen gaapt er een gat in de retrospectieve programmering, waarin de antecedenten van de nieuwe Kitano en Tarantino jammerlijk onbelicht blijven. De idiote scheiding tussen hoge en lage cultuuruitingen mag dan dood verklaard zijn, de indruk ontstaat dat de daad nog bij het woord gevoegd moet worden. Zou Kitano zich daarom soms genoodzaakt voelen om ons voor een gebrek aan diepgang te waarschuwen?

Bart van der Put

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!