David Bowie in Nicolas Roegs THE MAN WHO FELL TO EARTH 1976 2
David Bowie in Nicolas Roegs THE MAN WHO FELL TO EARTH 1976 2
Nieuws
13 januari 2016

I.M. David Bowie

David Bowie in Nicolas Roegs THE MAN WHO FELL TO EARTH 1976 2R.I.P | “Look up here, I’m in heaven / I’ve got scars that can’t be seen / I’ve got drama, can’t be stolen / Everybody knows me now”. Jan Doense schreef een mooi In Memoriam voor muziek- en filmster David Bowie.

Bovenstaand fragment uit het nummer Lazarus is maar één van de teksten op het nieuwe, drie dagen voor zijn dood verschenen album ★ (Blackstar) die nu ineens lezen als de kroniek van een aangekondigde dood. De verschijningsdatum van het jazzy, experimentele en positief ontvangen ★ valt samen met de 69-ste verjaardag van David Robert Jones, alias David Bowie. Drie dagen later begint de nieuwe week met zijn onverwachte overlijdensbericht. Geen toeval natuurlijk, want naar nu blijkt wist Bowie al anderhalf jaar dat hij leverkanker had en dat hij de strijd zou gaan verliezen. Na de initiële schok dringt zich dan ook een gevoel van bewondering op voor de wijze waarop Bowie zijn eigen dood heeft georkestreerd.  ★ is een indrukwekkend afscheidscadeau van één van de invloedrijkste artiesten van de twintigste en eenentwintigste eeuw, die niet alleen als muzikant zijn onuitwisbare sporen achterlaat maar ook als acteur.

In Bowie’s filmografie vormt het fantastische een rode draad, te beginnen natuurlijk bij de op zijn lijf geschreven rol van de alien Thomas Jerome Newton in Nicolas Roegs THE MAN WHO FELL TO EARTH. Het schijnt dat Roeg besloot Bowie te casten na het zien van de BBC-documentaire Cracked Actor. Het is dan 1976, vlak na het verschijnen van Young Americans, en Bowie leeft in Los Angeles het leven van een rock ’n’ roll star met alle bijbehorende seks en drugs. Er is weinig make-up voor nodig om hem te transformeren in de fragiel en ziekelijk ogende Newton.

Dat Bowie zijn filmdebuut niet als eenmalig uitstapje beschouwt, wordt al snel duidelijk. In de loop der jaren is hij regelmatig te zien in een grote variëteit aan filmrollen, waarin hij een paar keer zichzelf speelt (CHRISTIANE F.: WIR KINDER VOM BAHNHOF ZOO en ZOOLANDER) maar toch vooral de excentrieke uitersten opzoekt. Van het titelpersonage in JUST A GIGOLO (1979) tegenover Kim Novak en Marlene Dietrich, via de met homoseksualiteit flirtende majoor Jack Celliers in MERRY CHRISTMAS MR. LAWRENCE (1983) en Pontius Pilatus in Martin Scorseses THE LAST TEMPATION OF CHRIST (1988) tot Andy Warhol himself in BASQUIAT (1996). In 1983 is Bowie de tragische vampier John Blaylock, die in Tony Scotts THE HUNGER in bed belandt met zowel Catherine Deneuve als Susan Sarandon. Alleen dat al is natuurlijk een prima reden om de rol te accepteren. Toch lijkt het erop dat de 36-jarige Bowie op dat moment vooral geïnteresseerd is in het exploreren van het fenomeen ouderdom. In een memorabele scène ondergaat Blaylock in luttele minuten een radicale veroudering. Onder de dikke lagen make-up van maestro Dick Smith ziet Bowie er zeldzaam triest uit.

De zingende goblinkoning Jareth in Jim Hensons LABYRINTH (1986) en de mysterieuze FBI-agent Philip Jeffries in David Lynch’s TWIN PEAKS: FIRE WALK WITH ME (1992) zijn dan weer aanmerkelijk lichtvoetiger kost. Het zijn slechts enkele van de tientallen rollen waarin David Bowie zich al even kameleontisch toont als in zijn muzikale loopbaan. Dat hij echter niet zomaar iedere rol accepteerde die hem wordt aangeboden, blijkt uit een anekdote van Grace Jones. In haar onlangs verschenen autobiografie vertelt de zangeres dat Bowie gevraagd was voor de rol van de schurk Max Zorin in A VIEW TO A KILL, maar geen zin had om vier maanden van zijn leven op te offeren voor de opnamen van een ‘flauwekulfilm’. De rol ging naar Christopher Walken.

Nooit de weg van de minste weerstand bewandelend en voortdurend op zoek naar nieuwe uitdagingen, blijft Bowie intussen ook muzikaal aan de weg timmeren. Hij heeft al dertien studioalbums en een groot aantal hitsingles uitgebracht, wanneer hij in 1983 eindelijk zijn mainstream doorbraak beleeft met Let’s Dance. Daarna volgt een periode van grote stadiontours, middelmatige albums (Tonight en Never Let Me Down) en een door veel fans verguisd uitstapje naar ‘ouderwetse rock ‘n’ roll’ met de band Tin Machine. Black Tie White Noise markeert in 1993 een artistieke wedergeboorte, culminerend in het superieure Heathen (2002) en het niet minder sterke Reality (2003). Tijdens een optreden in Duitsland in 2004 krijgt Bowie een hartaanval. Vanaf dat moment leidt hij een teruggetrokken leven in New York, terwijl de geruchten over zijn fragiele gezondheid almaar sterker worden. Toch verrast hij begin 2013 iedereen met een totaal onverwachte comeback – luttele dagen nadat The Economist Bowie op de cover heeft geplaatst omdat deze rockster iets had gedaan dat nog geen enkele rockster vóór hem had gedaan, namelijk: stilletjes met pensioen gaan. Het is het begin van een periode van drie jaar, waarin Bowie ineens weer helemaal terug is als de ongrijpbare muzikale vernieuwer van weleer.

Eind vorig jaar kondigt de surrealistische, tien minuten durende videoclip van het nummer  ★ de opvolger van The Next Day aan. Daags voor zijn verjaardag op 8 januari verschijnt het al even veronrustende Lazarus, tevens het titelnummer van Bowie’s op THE MAN WHO FELL TO EARTH geïnspireerde muziektheatervoorstelling, die onder regie van Ivo van Hove op 7 december in New York in première ging. We zien een oude Bowie in bed liggen, levervlekken op zijn handen, met een kalkoennek en dun grijs haar. THE HUNGER revisited, maar dan echt. Van onder het bed probeert een spookachtige vrouw hem te pakken, maar Bowie stijgt op. “Look up here man, I’m in danger / I’ve got nothing left to lose”. De clip eindigt met Bowie die, houterig achteruit lopend, in een kast verdwijnt en de deur achter zich dichttrekt. Het einde van een tijdperk.

In het Groninger Museum is nog tot en met 13 maart de tentoonstelling David Bowie is te zien, waarin meer dan driehonderd originele kostuums, handgeschreven songteksten en andere objecten uit Bowie’s persoonlijke archief te zien zijn. De expositie is uitsluitend toegankelijk met vooraf gekochte kaarten. Die zijn hier te bestellen.

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!