Wes Craven 2
Wes Craven 2
Nieuws
31 augustus 2015

I.M. Wes Craven

Wes Craven 2R.I.P | Freddy’s vader is dood. Wes Craven, de bedenker van twee van de lucratiefste en meest vernieuwende horror-franchises uit de filmgeschiedenis, A NIGHTMARE ON ELM STREET en SCREAM, stierf gisteren op 76-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hersentumor.

In 1997 was Craven in Amsterdam om zijn nieuwe film SCREAM te promoten. Het interview dat ik met hem had stond grotendeels in het teken van een tirade tegen de MPAA, de Amerikaanse filmkeuring die hem al vanaf het begin van zijn carrière de voet dwarszette. “De argumenten die worden aangedragen komen altijd op hetzelfde neer: je zou eens een teer kinderzieltje kunnen beschadigen. En als je je probeert te verweren, verwijten ze je dat je kennelijk het recht opeist om kinderen te bederven!” Welgeteld één keer had zich een psychiater bij hem gemeld met het verhaal van een jochie dat nachtmerries had overgehouden aan Freddy Krueger. Craven stuurde het kind een videoband waarop acteur Robert Englund uitlegde dat het allemaal maar make-believe was. “Ik vermoed trouwens dat er in dat gezin al iets aan de hand was; de meeste kinderen amuseren zich kostelijk met die films.”

Cravens onbegrip is niet helemaal terecht en hij deed er zichzelf bovendien mee tekort. Want de in 1939 in een streng religieus milieu geboren filmmaker was natuurlijk wel degelijk een expert in het bangmaken van zijn publiek. Een regisseur die in de van pessimisme en paranoia doordrenkte jaren zeventig debuteerde met een film die als curieus amalgaan van exploitation cinema, Ingmar Bergman-hommage en Vietnam-traumaverwerking zowel afkeer als bewondering wekte: THE LAST HOUSE ON THE LEFT (1972). Recensent Howard Thompson van The New York Times verliet na vijftig minuten vol walging de persvoorstelling, maar zijn beroemde collega Roger Ebert was een andere mening toegedaan: “(…) there is evil in this movie. Not bloody escapism, or a thrill a minute, but a fully developed sense of the vicious natures of the killers.”

THE LAST HOUSE ON THE LEFT markeerde ook het begin van een lange strijd met de MPAA. Nadat producent Sean Cunningham de film ontelbare malen aan de keurmeesters had voorgelegd, besloot hij op een dag dat het geschipper lang genoeg had geduurd. Oftewel: “Screw ‘m!” De op aandringen van de MPAA aangebrachte coupures werden ongedaan gemaakt en de film werd clandestien voorzien van een ‘Rated R’-keurmerk dat doodleuk uit een andere film was geknipt. Craven: “Geen haan die ernaar kraaide.”

Toen Cravens carrière eenmaal een grote vlucht had genomen lieten de zedenmeesters hem echter niet meer met rust. In 2000 was de regisseur te gast op het Amsterdam Fantastic Film Festival (nu Imagine), ter gelegenheid van de première van SCREAM 3 én om er zijn Lifetime Achievement Award in ontvangst te nemen. Een jaar na het bloedbad op de Columbine High School was hij wat voorzichtiger geworden, al bleef hij van mening dat film nooit de schuld kan dragen voor de daden van verwarde individuen. Maar na alle controverse – de originele SCREAM was zelfs voor de leden van het Amerikaanse Congres vertoond als voorbeeld van stuitend Hollywoodgeweld – had Craven een jaar eerder toch maar eieren voor zijn geld gekozen. Het mierzoete MUSIC OF THE HEART, waarin Meryl Streep gettokinderen viool leert spelen, deed het niet eens slecht, al zou hij Craven niet de gehoopte promotie naar de mainstream opleveren. Hij keerde terug naar zijn oude stiel, zonder het commerciële en artistieke succes van zijn eerdere films maar ook in de verte te benaderen, laat staan te evenaren.

Tot slot mogen we niet vergeten dat Craven behalve de grondlegger van twee uiterst lucratieve franchises en langdurig doelwit van de MPAA, ook een postmoderne pionier was. Twee jaar voordat hij in SCREAM (1996) de conventies van de formule-slasher expliciet onderdeel maakte van de plot, blies Craven met NEW NIGHTMARE zijn ELM STREET-franchise nieuw leven in met de vondst dat Freddy Krueger een echte demon is die de levens bedreigt van de medewerkers aan de oorspronkelijke film, inclusief Craven, Englund en ‘final girl’ Heather Langenkamp. De meta slasher, zoals hij door Wikipedia wordt genoemd, was de zevende Freddyfilm in successie en ondanks het spitsvondige idee de commercieel minst succesvolle uit de hele serie. De twee resterende films, waarmee Craven overigens geen bemoeienis had, waren de ‘monster mash’ FREDDY VS. JASON (2003) en een reboot uit 2010. Op de redelijk geslaagde remakes van THE HILLS HAVE EYES (Alexandre Aja, 2006) en THE LAST HOUSE ON THE LEFT (Dennis Iliadis, 2009) hield Craven als producent wel toezicht.

In het interview met Tobe Hooper in Schokkend Nieuws #114 noemde ik Craven nog enigszins oneerbiedig de ‘commercieel slimste’ van de regisseurs die in de jaren zeventig en tachtig de toon aangaven in het genre. Dat was hij ook. Maar ook zonder de gimmicks en de hypes, waaronder het welbekende verhaal dat zijn films veelal hun oorsprong vonden in zijn eigen nachtmerries, wist Craven mij bij tijd en wijle bij de lurven te grijpen. Misschien nog wel het hardhandigst in THE PEOPLE UNDER THE STAIRS uit 1991, een even geestige als nietsontziende parabel over de VS in de Reaganjaren, waarin de horror gepaard gaat zonder interventies uit een vierde dimensie, maar verscholen ligt ‘onder de trap’ van een doorsnee huis in suburbia.

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!