Nieuws
12 augustus 2004

De proefkonijnen van Cronenberg

Van David Cronenberg kunnen we uiteraard niet genoeg krijgen; zelfs de kliekjes uit ’s mans oeuvre zijn het proeven waard. Toch is het een curieus trio dat door Blue Underground op twee schijfjes is samengebracht. Twee experimentele films uit het begin van Cronenbergs carrière (1969/70), naast zijn enige echte formulefilm van bijna een decennium later, FAST COMPANY (1979).

De laatste kwam tot stand tussen RABID en THE BROOD in en lijkt eerder thuis te horen in het B-filmuniversum van Roger Corman dan in dat van ‘de koning der venerische horror.’ Hoewel Cronenberg aan het eind van zijn audiocommentaar bij de film laat weten FAST COMPANY een warm hart toe te dragen, valt moeilijk te ontkennen dat het project in hoofdzaak werd opgezet om te profiteren van een belastingmaatregel voor privé-investeerders. De producent stond een western op wielen voor ogen, met snelle auto’s, blote meiden en een stel vrijbuiters in de hoofdrol als smaakmakers. Cronenberg werd er bijgehaald als ‘gun for hire.’ De commerciële opzet mislukte overigens, toen de film knel kwam te zitten in de failliete boedel van de Amerikaanse distributeur.

FAST COMPANY speelt zich af in het wereldje van de drag racers, coureurs die met geprepareerde ‘funny cars’ op een zo kort mogelijk traject een zo hoog mogelijke snelheid proberen te bereiken. ‘Life is fast at 240 miles per hour!’, zoals op de inlay te lezen staat. Omdat een race doorgaans niet meer dan enkele seconden beslaat, valt er zelfs voor een gehaaide actiefilmregisseur weinig eer aan te behalen. Cronenberg, toch al geen held op dat vlak, neemt de moeite niet eens. Wel verving hij op eigen initiatief het afsluitende vuistgevecht tussen held en schurk uit het originele scenario door een scène waarin een auto achter een privevliegtuigje aanjaagt op de startbaan. Leuk bedacht, maar nogal krukkig geënsceneerd.

Cronenberg-duiders willen er nog wel eens op wijzen dat de regisseur zelf een groot liefhebber van snelle auto’s is, en aan FAST COMPANY derhalve auto(!)biografisch belang moet worden toegekend. Inderdaad kun je de wellustige manier waarop de camera zich aan de carrosserie en het binnenwerk van de ‘funny cars’ vergaapt, uitleggen als Cronenbergs liefdesverklaring aan de auto. Nog een stapje verder en de roekeloosheid van de coureurs uit de film wijst vooruit naar de doodsdrift waarmee de personages uit CRASH achter het stuur kruipen, terwijl de symbolische versmelting van mens en machine in wel heel letterlijke variant terugkeert in THE FLY. Maar het mag voor fans dan verleidelijk zijn FAST COMPANY zijn ‘rechtmatige’ plaats binnen het oeuvre terug te geven, de wens is hier de vader van de gedachte.

FAST COMPANY is, ook binnen zijn genre, gewoon niet zo’n heel goede film. Het scenario, waar Cronenberg naar eigen zeggen authentiek racers-lingo aan toevoegde (‘Suck my pipes!’), draait om het conflict tussen enerzijds coureur Lonnie Johnson (William Smith) en zijn entourage en anderzijds Phil Adamson (Saxon), de corrupte vertegenwoordiger van sponsor Fastco, die zich met slinkse trucs van zijn op leeftijd gerakende ster wil ontdoen. In een ongeïnspireerde regie knoopt Cronenberg aan die hoofdlijn nog enkele subplotjes vast, zoals Lonnies mentorschap van de jonge, onstuimige Billy (Campbell), zijn relatie met blonde stoot Sammy (de kort na de opnamen bij een frontale botsing gesneuvelde Jennings) en de strijd met rivaal Gary Black (Cedric Smith). Wat de film vooral mist is brutaliteit en schwung; het beste bewijs dat Cronenberg zich weinig op z’n gemak voelde met de clichés die hij door zijn opdrachtgever kreeg opgedrongen. Het aardigste dat je achteraf over FAST COMPANY kunt zeggen is dat de film voor de regisseur het begin markeerde van een langdurige samenwerking met cameraman Mark Irwin, production designer Carol Spier, editor Ron Sanders en geluidsman Brian Day. De uitstekende Nicholas Campbell zou trouwens eveneens van de partij zijn in THE BROOD, THE DEAD ZONE en NAKED LUNCH.

Phil van Tongeren
[De volledige recensie van FAST COMPANY, STEREO en CRIMES OF THE FUTURE is te lezen in SN#63.]

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!